Home
 

 

MARIE JULIA BOLLANSÉE

TARPAULIN BLUE x 2

video-installation & artist monograph

10/11 - 18/12/2016

 

SKYFALL

Poëtisch Salon gedichten door Inge Braeckman

4/12/2016

 

 

artist's website: www.mariejuliabollansee.be/

 

In 'Tarapulin Blue' Marie Julia Bollansée takes you on a meandering journey through her performance- and video work, starting at the turn of the 21st century. Featuring essays by Veeranganakumari Solanki Jamwal (IN), Eva Steynen (B) and Roger D’Hondt (B) and poetry by Inge Braeckman(B), every contributor to this publication approaches the artist’s practice from
their specific point of view. Colour is a significant element in Bollansée’s
work, with blue being an overwhelming presence.

 

Published by Eva Steynen.Deviation(s), 236 pages on 500 copies.

25 Copies are presented in an artist's edition, signed an numbered.

Available @ the gallery, Copyright Bookshop Antwerp & Gent, M HKA.

 

   

 

 

Openingswoord Dorian van der Brempt tijdens de vernissage op 10/11/2016

 

MARIE JULIA BOLLANSEE

TARPAULIN BLUE

 

Het is een plezier en een eer om dit schitterend boek en deze installatie te mogen voorstellen. Het liefst zou ik nu diep buigen, zwijgen en u allen uitnodigen om het boek te kopen, te lezen en aandachtig te bekijken. Vermits dat niet de afspraak is zal ik u kort vertellen waarom ik van het werk van Marie Julia Bollansée houd en waarom ik denk dit boek belangrijk is.

 

Tarpaulin Blue is een feest of een viering van de kleur blauw. In het boek maakt u kennis met wijze auteurs die nadenken over het werk van Marie. Als ik in mijn geheugen Blauwe vlekken zoek stel ik vast dat die talrijker zijn dan ik vermoedde.

 

 Als kind leerden we dat groen ontstaat als geel en blauw elkaar ontmoeten. Blauw is dus ook de kleur van de ontmoeting van een harmonieus huwelijk tussen twee andere kleuren. Blauw is de kleur van onze planeet, van de zee en dikwijls van de lucht. Blauw is de kleur van de uniformen van gezag en communicatie maar ook van de uniformen van de ‘betere Antwerpse scholen’, sommige jonge dames noemden we vijftig jaar geleden zelfs de Blauw die we zo onderscheidden van de Bruin. Blauw was ook thuis de dominante kleur van borden, koppen en schotels die vader in de zomers tussen 1950 en 1970 beschilderde. Hij toonde mij de wondere chemische kleurprocessen van verf en glazuur die door de temperatuur steeds een beetje onvoorspelbaarbaar waren.

 

Blauw blauw, een blauwtje oplopen, een Blauwe maandag, de Blauwe Donau, The Blue lagoon, The Blue Note. Blauw was overal en alomtegenwoordig. Zelf de taal kleurt regelmatig blauw.

 

Jan Fabre bikte blauw en wees ons op het magische uur blauw dat een koppelteken wil zijn tussen dag en nacht, het ogenblik waarop de dieren en de kleuren en als laatsten de mensen ontwaken. Patrick Sellitto de trouwe fotograaf van Jan maakte Blue Prints in onze tuin met een procédé dat ook Yves Klein had gebruikt. Ik leerde Lapis Azuli kennen in 1990 toen een Chileense vriend stalen meebracht uit zijn land. Pieter-jan De Pue filmde in Afghanistan kinderen die in Lapis Azuli mijnen werken. In Padova was ik onder de indruk van het blauw van Giotto. Blauw is overal, sommigen beweren zelfs dat hun bloed blauw is. Toch één citaat uit het boek : Blue Tarpaulin Blue – on the roofs, in the market, on boats, on buildings, over people – everywhere … It first became evident in Mumbai, then Belgium, then Italy, and now, it is omnipresent. In de eerste kamer krijgt u een impressie van o.a. Boedapest, Rome, Napels en Mumbai.

 

Zoals u hoort probeer ik niets te verraden over het boek dat u zellf moet ontdekken. Het gaat over veel meer dan over blauw, maar blauw is hier de rode draad voor de gelegenheid de blauwe draad.

 

Ik had vandaag ook graag met u gevierd dat de Blauwe Amerikaanse partij de eerste vrouwelijke president van de Verenigde Saten in stelling had gebracht maar helaas het was niet voor eergisteren nacht. Ik had zo graag gezien dat na 2000 of meer jaar mannelijke dominantie, na 2 millenia fallocratie, de politieke lucht ook blauw zou kleuren.

 

Fotografie of Frames, zoals Marie ze noemt, performance, video, installaties en beelden in verschillende materialen en dragers. De wereld van Marie Julia Bollansée is rijk aan sterke beelden. Marie is een gulzige en genereuze kunstenares. Haar eigen lichaam is de meest delicate en duidelijke drager van haar taal en tekens. Vrouwen dragen niet alleen het leven maar ook steeds meer wijsheid en schoonheid. Vrouwen kopen boeken en lezen die ook, zijn een steeds grotere meerderheid in theaters, dansvoorstellingen en musea. Vandaar dat ik mezelf niet uit opportunisme maar uit deemoed en bewondering steeds liever feminist noem.

 

Vrouwelijke kunstenaars hebben op mij steeds grote indruk gemaaakt. Ik zet Marie graag op één lijn met Pipilotti Rist, Maria Abramovic, Sophie Calle, Annemie Vandekerckhove, Louise Bourgeois en vele anderen. Dertig jaar geleden bezocht ik in Hasselt een tentoonstelling waar Cindy Sherman en Liliane Vertessen werden geconfronteerd. Een Amerikaanse vriend was onder de indruk van deze keuze. Hij was even blij hier Vertessen te ontdekken als ik in New York ooit was om Sherman’s werk te leren kennen.

 

Het werk van Marie mengt op een subtiele wijze intimiteit en universaliteit. Haar familie is heel aanwezig en de grote wereld is nooit veraf. Zij toont kennis, enthousiasme, engagement en empathie, alle kwaliteiten nodig om een excellent docent te zijn en een kunstenaar, .

 

Dames en Heren deze winter kleurt blauw in Antwerpen. Eva Steynen toont ons hoe small heel beautiful en klein heel fijn kan zijn. De presentatie van dit werk en de realisatie van dit boek maken van deze 10de november een mooie dag na een droevige nacht. Eva opende in April 2013 deze inspirerende ruimte met Marie Bollansée, samen hebben deze twee sterke dames een mooie tempel van kleinschaligheid gebouwd, met de slimme naam DEVIATIONS.

 

Laat u meeslepen door de beelden van deze Blauwe DEVIATIES en maak een wandeling door de sensuele paden waar Marie Julia Bollansée u de weg toont.

 

Dorian van der Brempt

Antwerpen 10 november 2016


 


(scroll for English)

Nomadisch Blauw (fragment uit Tarpaulin Blue)

 

Op een ochtend in april 1942, in de stilte van het bezette Parijs, haalt een jonge Joodse vrouw, Hélène Berr, een boek op bij Paul Valéry. Ze is studente filologie aan de Sorbonne en heeft de dichter gevraagd haar een opdracht te schrijven in zijn laatste werk. Onmiddellijk opent ze het pakket dat de conciërge haar overhandigt. Vanop de binnenflap fluistert Valéry haar zachtjes toe: 'Au réveil, si douce la lumière, et si beau ce bleu vivant.'1 De sensitiviteit die doorheen zijn dichterlijke woorden schijnt raakt Hélène diep en werpt een helblauwe filter over de gruwelijke realiteit van een bezette stad. Met dat moment in gedachten en het aanvoelen van intensiteit en tegelijk urgentie van de tijd, schrijft ze die dag de eerste bladzijden van haar oorlogsdagboek. Twee jaar later, vlak voor haar deportatie, kleuren haar woorden donkerblauw. In 1945 sterft de dan 23-jarige Hélène Berr in het uitroeiingskamp van Bergen-Belsen...

 

Dat onmetelijke blauw dat ons omringt. Die intense blauwheid van een hoog plafond dat onze dagelijkse ervaringen kleurt. Zij is een schijnsel, een 'verstrooiing' van de fysica. Een enigmatische aanwezigheid die ons bestaan in de visuele werkelijkheid kleurt. Blauw is meer dan een kleur en lijkt een wereld op zichzelf te kunnen bewonen, op zichzelf te kunnen staan als een concept. Het is meer dan een gewaarworden of een frequentie. Het is een staat van zijn.

 

Blauw was altijd al sterk aanwezig in de (video)performances van Marie Julia Bollansée. Toen zij als 20-jarige de Cappella degli Scrovegni in Padua bezocht werd ze overweldigd door de sublieme kleurintensiteit van het lapis lazuli waarmee Giotto het plafond van de kapel tot een blauwe hemel had omgetoverd. Die intense ervaring van dat 'blauw van over de zee' was funderend voor hoe het blauw een verdere compagnon de route zou worden in haar kunstpraktijk. Waar ze aanvankelijk nog Ultramarijn en Indigo gebruikte, zowel zuiver als in mengvorm, evolueerde blauw steeds meer naar een Blauw, een protagonist met wisselende tinten op de weg van de creatie. Hemel en aarde, leven en dood zijn daarin onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een vervlechting van het oeroude en het nu.

 

Blauw is voor Bollansée geen bijkomstige kwaliteit van de dingen, maar eerder een tijdloos wezen, met een eigen ziel, een eigen taal en impact. Zij is kleur en ouder dan de mens, zij is natuur. Zij stamt uit een voorwoordelijke tijd, voor de mens haar kan benoemen. Zij is als een oude archetype aanwezig in alle culturen. Want kleur gaat vooraf aan eigenschap en substantie. De primauteit van de perceptie geeft al zwijgend 'inrichting' aan de manier waarop we als mens in de wereld staan. Kleur is onzichtbaar tot ze zich toont in het aanwijsbare. Blauw is daarvan veruit de meest symbolische en tevens de meest ongrijpbare. In het oeuvre van Bollansée verschijnt Blauw als een tijdloos archetype dat zich vermengt met het vergankelijke, het singuliere, het zichtbare.

 

Kleur heeft nood aan licht en materie om te kunnen verschijnen in het zien. We kunnen ons echter wel perfect materie voorstellen zonder kleur en kleur zonder materie. Want in de verbeelding kan kleur bestaan nog voor ze aanwijsbaar is. In het be-grijpen van de perceptie is kleur eerder enigmatisch en is er altijd iets dat ons ontglipt. Want in het zien gaat kleur vooraf aan de vorm. Kan kleur in de werkelijkheid aanwezig zijn zonder iets anders te zijn dan kleur, zonder vorm en materie? In 1993 verscheen Derek Jarman zijn visueel testament 'Blue' (1993). Blind geworden door HIV en zich bewust van het nakende einde van zijn leven, toonde hij kleur als een zuiver aanvoelen. Ofschoon blauw zo aanwezig is in onze dagelijkse zichtbare wereld, haalt Jarmans 'Blue' de propositie onderuit dat de wereld zichtbaar is. Het enigmatische blauw als een catharsis. De projectie van het monochrome Yves Klein Blue als een filter in absentia die onze beleving kleurt. Jarman kon zich, toen hij 'Blue' maakte, de kleur enkel nog voorstellen. Als geen ander slaagde hij erin, vanuit de intensiteit van de creatie en onlosmakelijk verbonden met de dood, om kleur voor te stellen als een onzichtbare trilling en gevoeligheid die de visuele leegte vult.

 

Sinds haar residentie in de grootstad Mumbai vormen de blauwe dekzeilen – die ze benoemt als Tarpaulins – een wezenlijk onderdeel van Bollansées werk. Dit gaat gepaard met een verstilling van het eigen handelen. In haar installatie 'White Matters', hier in de galerie, lag een specifiek voorwerp of herinnering aan de basis van elke videoperformance. Met één uitgepuurde handeling creëerde zij een sculpturale beeldtaal die zich condenseert in de verbondenheid met dat voorwerp. In haar recente werk is die handeling verstild tot een aanwezig zijn. Een onderliggende laag die zich pas toont in het aandachtige kijken en opdoemt in het licht van kleur-vormen. Het trage van de beweging onderlijnde het chronologische karakter van de handeling. Door de ene beweging over de andere te projecteren verdwijnt deze chronologie en lost die op in de gelijktijdigheid van het ene in het andere. Verschillende tijden worden verweven tot een nieuwe tijd. Bollansée creëert aldus een nieuw 'be-leven.' Haar lichaam is niet langer dat wat handelt, maar is als drager vervlochten met de geprojecteerde werkelijkheid die zich transformeert tot een hier-en-nu.

 

Het valt op hoe de blauwe Tarpaulins overal aanwezig zijn in onze samenleving. Sommige worden sporadisch ontvouwen, andere dagelijks gebruikt. Ze beschermen en verhullen of onthullen een staat van zijn. Ze geven ondergrond en onderdak: kleine, afgebakende velden in een al te menselijk patroon. Universele draagzakken waar kleine huishoudens in passen. Ze komen voor zowel in grootsteden als op het 'platteland'. Ze zijn deel gaan uitmaken van de menselijke leefwereld.

 

Die menselijke leefwereld is steeds meer verstedelijkt. In tegenstelling tot de vorige eeuw woont in de 21ste eeuw het overgrote deel van de wereldbevolking in de stad. Dit verandert ook onze manier van denken en zijn. Waar de mens op het 'platteland' eerder sedentair is en een meer afgebakend parcours aflegt, is het stedelijke pad grilliger en nomadisch. Het 'platteland' richt zich naar de zichtbare natuur die verticaal groeit. Het stedelijke leven is als een wortelstok die zich ondergronds en horizontaal, grillig en onvoorspelbaar alle kanten uit beweegt. Op onverwachte momenten en plaatsen schiet het de grond uit. Veelheid, verschil en dynamiek zijn de kenmerken ervan. De stedelijke samenleving wordt niet langer gekenmerkt door een eenheid van identiteit, maar door een rijkdom aan differenties en kleurnuances.

 

De Tarpaulins bedekken de ondergrond, maar leggen haar tegelijk bloot. Net als de stedelijke differentiaties zijn Tarpaulins variabel in hun kleurintensiteit. Ze raken aan het concept kleur zoals Bollansée het begrijpt: het zijn wezens met een eigen ziel, een eigen leven en een eigen vorm van verandering. Hoewel ze door hun vorm en hun homogeniteit vorm aan het zien geven, is er ook telkens iets dat door de mazen van het be-grijpende zien ontsnapt.

 

Bollansée toont niet zozeer die vergankelijkheid van de materie van die Tarpaulins, maar eerder een blauwe gedachte en ziel met licht en kleur. Op specificiteit van de synthetische materie laat de tijd snel zijn sporen na. Het tijdloze archetype van de kleur vermengt zich met het vergankelijke, het singuliere, het zichtbare.

 

'Tarpaulin blue' bestaat niet los van materie, in de zin dat het een staat van zijn is van de materie. Net zoals de specifieke kleurgewaarwording subjectief en veranderlijk is, fungeren de Tarpaulins als een veranderlijke, blauwe huid. Zodoende deint 'Tarpaulin blue' uit tot buiten de grenzen van de bepaaldheid van de statische kleureenheid. Net zoals de waarheid is ze niet eenduidig. De subtiele kleurverschillen van de helblauwe Tarpaulins vibreren als het ware mee op het ritme van de gemeenschappelijke wereld waarin we be-leven.

 

Die stedelijkheid was reeds immanent aanwezig in het werk van Bollansée, maar werd echt duidelijk zichtbaar na haar residentie in en ervaring van de grootstad Mumbai. We kunnen die ervaring als een cesuur in haar oeuvre beschouwen. De nadruk op de verbondenheid tussen mens en natuur verschoof naar de anonimiteit van de mens als deel van een grootstedelijk raderwerk. In de solo 'White Matters' (2013) doken reeds sporen op van dat nieuwe perspectief. Haar ‘body,’ voordien drager van betekenis en kleur, ging zich steeds meer verweven met de compositie van het beeld, om er uiteindelijk haast volledig in te verdwijnen en erin op te gaan. De materie verdwijnt uit haar werk en maakt plaats voor de heterogeniteit van het gebeuren zelf in de geprojecteerde compositie. Waar voordien een voorwerp of een gebeurtenis aan de basis van haar (video)performances lagen, komt nu de naakte aanwezigheid van het gebeuren zelf in de schijnwerper te liggen. Een gebeuren van licht, vorm, beweging en kleur, los van de materie.

De motor van Bollansées werk is de altijd aanwezige en nooit aflatende gevoeligheid en sterke intensiviteit waarmee ze in het leven staat. Aan die ervaring van een in-de-wereld-zijn, als een alerte tegenwoordigheid, slaagt de kunstenaar er in haast letterlijke expressie te geven. Niet langer een zichtbaar maken wat zich onderhuids verbergt, maar het tonen van de gelaagdheid van onze tijd. Doorheen de tijd creëert zij vanuit de verschillende lagen een nieuwe gelijktijdigheid in beweging en vorm. In een subtiele gelaagdheid van onthullen en verhullen raken verschillende tijden elkaar. Zij is een kind van deze urgente tijd, mét wortels. 'Tarpaulin Blauw' onthult een hedendaagse tussenwereld van onzichtbare draden.

 

© Eva Steynen, Antwerpen, oktober 2016

 

1 Hélène Berr, 'Journal', Editions Tallandier, Paris, 2008, 297 pp, p.3.

 

---

 

Nomadic Blue

 


On a morning in April 1942, in the silence of occupied Paris, a young Jewish woman picks up a book from Paul Valéry. She is a student in philology at the Sorbonne and had asked the poet to write a dedication to her in his latest work. She immediately opens the package that the concierge hands to her. From the inner flap Valéry gently whispers to her: ‘Upon waking, so soft the light, and so beautiful this vibrant blue.’1 The sensitivity that glows through his poetic words deeply moves Hélène, and places a blue filter over the horrific reality of an occupied city. That day, with that moment, with that sensation of intensity and, simultaneously, the urgency of that time in mind, she writes the first pages of her war diary. Two years later, just before her deportation, her words tune into a dark-blue. In 1945 the then-23 year old Hélène Berr died in the extermination camp of Bergen-Belsen...

 

That unfathomable blue that surrounds us; that intense blue-ness of a high ceiling that colours our every-day experience. It is a glowing, a ‘scattering’ of physics, and an enigmatic presence that colours our existence within visual reality. Blue is more than a colour and it seems capable of inhabiting a world of its own, of standing up as a self-sufficient concept. It is more than a realization or a frequency. It is a state of being.

 

Blue was always strongly present in Marie Julia Bollansée’s (video)performances. When she visited the Cappella degli Scrovegni in Padua as a 20 year-old, she became overwhelmed by the sublime intensity of colour of the lapis lazuli with which Giotto had conjured up the blue heavens on the ceiling of the chapel. That intense experience of that ‘blue from beyond the sea’, became a foundation for how blue would emerge as a trusted fellow traveller in her artistic practice. While initially she still used Ultramarine and Indigo, both in their pure and mixed forms, blue continually evolved into a Blue, a protagonist of varying hues on the path of creation. In this, heaven and earth, life and death, are inextricably linked. It is an interweaving of the ancient and of the now.

 

For Bollansée, blue is no incidental quality of things, but rather a timeless being, that has its own soul, language and impact. It is colour and it is older than human; it is nature. It stems from a pre-verbal age, preceding man’s ability to name it, because colour precedes quality and substance. The primacy of perception mutely ‘organizes’ the way we occupy the world as human beings. Colour is invisible until it reveals itself in that which can be pointed out. Blue is by far the most symbolic and therefore also the most ungraspable. In Bollansée’s oeuvre Blue appears as a timeless archetype that merges with the ephemeral, the singular, and the visible.

 

Colour needs light and matter to be able to come into view. We can however perfectly imagine matter without colour and colour without matter - because in the imagination, colour can exist even before it can be pointed out. In the grasping of perception, colour is rather enigmatic and there is always something that escapes us - because in sight colour precedes form. Can colour be present in reality without being anything other than colour, without form and matter? In 1993 Derek Jarman’s visual testament 'Blue' (1993) appeared. Having become blind from the consequences of HIV and aware of the impending ending of his life, he showed colour as a pure sensation. Although blue is so present in our daily visible world, Jarman’s 'Blue' pulls the carpet from under the notion that the world is visible. He posited enigmatic blue as catharsis; he projected the monochrome Yves Klein Blue as an absent filter that colours our experience. When he was making ‘Blue’, Jarman could only imagine the colour. From the intensity of the creation and inextricably linked with death, he singularly succeeded in presenting colour as an invisible vibration and a sensitivity that fills visual emptiness.

 

Ever since Bollansée’s residency in the metropolis of Mumbai, the blue tarpaulins have become a substantial element in her work. This is coupled with stillness in her own actions. In her installation 'White Matters' here in the gallery, a specific object or memory formed the basis of every video performance. With one pared-down action she creates sculptural imagery that is condensed in the connection with that object. In her recent work that action is distilled into a presence, like an underlying layer that only becomes visible through careful looking and that appears in the light of coloured shapes. The slowness of the movement underlines the action’s chronological character. By projecting one movement over another this chronology dissolves into the simultaneity of the one and the other. Different timescales are woven into a new time. Bollansée thus creates a new experience. Her body is no longer that which acts, but it is interwoven as an additional ground in the projected reality, which transforms itself into the here and now.

 

It is striking how the blue tarpaulins are present everywhere in our society. Some are sporadically unfolded; others are used on a daily basis. They protect and conceal or reveal a state of being. They offer a ground and shelter: small, delimited fields in an all too human pattern. Universal carrying bags which can fit small households. They occur both in large cities and in the countryside. They have become part of human experience.

 

That human experience has become increasingly urban. Contrary to the last century, in the 21st century the majority of the world population lives in the city. This also changes our way of thinking and being. Where man in the countryside is more sedentary, and has a more delineated path, the urban itinerary is more fickle and nomadic. The countryside directs itself towards visible nature that grows vertically. Urban life is like a rhizome that horizontally extends its roots underground, and stretches out in an unpredictable way. At unexpected times and places it shoots up above ground. Multiplicity, difference and dynamics are its attributes. Urban society is no longer signified by a unified identity, but by a wealth of differentiations and colour nuances.

 

The tarpaulins cover the ground, but at the same time they reveal it. Just like the urban differentiations the tarpaulins are variable in their intensity of colour. They touch on the concept of colour as Bollansée understands it: they are beings with a soul of their own, their own life and their own kind of change. Although with their shape and homogeneity they give shape to seeing, there is also always something that escapes through the net of seeing with understanding.

 

Bollansée doesn’t so much show the ephemerality of the materiality of those tarpaulins, but rather a blue thought and soul with light and colour. Time quickly leaves its trace on the specificity of the synthetic material. The timeless archetype of the colour mixes into the ephemeral, the singular, and the visible.

 

Tarpaulin blue does not exist separately from matter, in the sense that it is a state of being of the material. Just as the specific perception of colour is subjective and changeable, theTarpaulins act like a changeable, blue skin. As such Tarpaulin blue flows out of the boundaries of the specificity of the static unit of colour. Just like the truth, it is not univocal. The subtle nuances of colour of the bright blue Tarpaulins vibrate, as it were, along with the rhythm of the communal world of our lived experience.

 

That urbanisation was already immanently present in Bollansée’s work, but it became exceptionally clear following her residence in and experience of the metropolis of Mumbai. We can view that experience as a caesura in her oeuvre. The emphasis on the connection between human kind and nature shifted towards the anonymity of the human being in a metropolitan framework. In the solo exhibition 'White Matters' (2013) traces of that new perspective increasingly arose. Her ‘body’, previously the bearer of meaning and colour, became increasingly interwoven with the composition of the image, only to almost completely disappear into it by being absorbed by it. Matter disappears from her work and makes way for the heterogeneity of the event itself in the projected composition. Where previously an object or an event lay at the basis of her (video)performances, now the naked presence of the event itself is caught in the beam. It is an event of light, form, movement and colour, separate from matter.

 

The motor of Bollansée’s work is the ever-present sensitivity and the strong intensity with which she lives her life. The artist succeeds in giving an almost literal expression to that experience of living in the world, like an alert contemporaneity. It is no longer making visible what is hiding beneath the surface, but a revelation of the layered nature of our time. In time she creates from several layers a new simultaneity in movement and form. She does so in a subtle layering, by revealing and covering, by which various notions of time touch. She is a child of this time of urgency, with roots. Tarpaulin blue reveals a contemporary in-between world of invisible threads.

 

© Eva Steynen, Antwerp, October 2016, translation Kate C. Mayne

 

1Hélène Berr, 'Journal', Editions Tallandier, Paris, 2008, 297 pp, p.3. 'Au réveil, si douce la lumière, et si beau ce bleu vivant.'